No sunburns allowed: hoeveel zonnebrand heb je nodig?

Laat dat zonnetje maar komen!

De afgelopen week heeft de zon zich flink laten zien, en daar hoor je ons zeker niet over klagen! Hoewel we nog even moeten bikkelen voor school, komt de zomervakantie nu écht in zicht. Wij zien het al helemaal voor ons: elke dag lekker naar het strand met vriendinnen, daarna in de douche onze tanlines bewonderen, en ’s avonds meteen door naar een gezellig terrasje. Beter dan dat wordt het niet, toch?

Maar hoe fijn de zon ook is, we mogen niet vergeten dat ze ook schade kan aanrichten. Een sunburned look ziet er misschien even cute uit, maar geloof ons: daar heb je later écht niets aan. UV-straling zorgt er namelijk niet alleen voor dat je sneller gaat rimpelen, maar kan ook serieuze gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Daarom is zonnebrand natuurlijk super belangrijk! Maar hoeveel zonnebrand moet je eigenlijk opsmeren?

Hoeveel zonnebrand moet ik op mijn gezicht smeren?

Je gezicht is het meest kwetsbare stukje huid. Het is altijd blootgesteld aan de zon, dus bescherming is hier extra belangrijk. Maar hoeveel zonnebrand heb je precies nodig? Het antwoord: ongeveer een halve theelepel. Dat klinkt misschien een beetje vaag, dus een handige truc die je gewoon kunt onthouden: de twee-vingersregel.

Je brengt een streepje zonnebrand aan op je wijs- en middelvinger (van top tot knokkel). Dat is ongeveer genoeg voor je hele gezicht, inclusief je voorhoofd, wangen, neus en kin. Vergeet ook je oren, lippen en de randjes bij je haarlijn niet. Dat zijn namelijk precies de plekken waar je het snelst verbrandt – en ook het vaakst vergeet. Gebruik bij voorkeur een zonnebrand die speciaal voor het gezicht is gemaakt, want die is vaak wat lichter van structuur en beter voor je huid.

En op de rest van ons lichaam?

Voor je lichaam is de vuistregel simpel: je hebt ongeveer een shotglaasje vol zonnebrand nodig om je hele lichaam goed te beschermen. Dat is ongeveer 30 ml, wat klinkt als veel, maar je huid is ook een groot oppervlak!

Om het makkelijker te maken, kun je je lichaam opdelen in stukken. Elk deel heeft ongeveer een vaste hoeveelheid zonnebrand nodig.

Borst en buik

Als je zonnebrand op je hand spuit, zou je ongeveer een grote klodder ter grootte van een muntstuk per deel moeten gebruiken. Dus: één voor je borst, één voor je buik. Je huid moet na het insmeren een beetje glanzen – dan weet je dat je genoeg hebt.

Rug

Voor je hele rug – dus boven- én onderrug – heb je ongeveer vier strepen zonnebrand nodig ter lengte van je vingers. Smeer het goed uit, en vraag eventueel hulp als je er zelf lastig bij kunt. Je rug is namelijk een van de plekken die het snelst verbrandt én het makkelijkst wordt vergeten.

Armen en handen

Voor elke arm én hand samen gebruik je ongeveer één volle streep zonnebrand op één vinger. Smeer goed tot aan je schouders, ellebogen én de bovenkant van je handen – want juist daar verbrand je snel.

Benen en voeten

Voor elk been én voet samen heb je ongeveer twee volle strepen zonnebrand nodig – één op je wijsvinger en één op je middelvinger.

Zit je in een bikini of badpak? Vergeet dan de randjes niet waar je kleding verschuift, zoals bij je schouderbandjes of broekrand.

Hoe vaak moet je opnieuw smeren?

Je bent misschien geneigd om je alleen ’s ochtends in te smeren en het daarna te vergeten, maar dat is écht niet genoeg. Zonnebrand slijt namelijk door zweten, zwemmen en zelfs wrijven met een handdoek.

Daarom geldt de gouden regel: elke twee uur opnieuw smeren. En als je het water in gaat of flink hebt gezweet? Meteen daarna opnieuw. Zelfs als je zonnebrand waterproof is – dat betekent alleen dat het iets langer blijft zitten, niet dat je er de hele dag mee klaar bent.

Tip: zet een timer in je telefoon of koppel het aan iets dat je toch al doet, zoals elke keer dat je water drinkt of even rust neemt.

Wat voor soort zonnebrand?

Oké, we weten nu hoeveel zonnebrand we moeten gebruiken én hoe vaak we opnieuw moeten smeren. Maar maakt het eigenlijk nog uit wát voor soort zonnebrand je gebruikt? Jazeker! Er zijn tegenwoordig zó veel soorten: crèmes, sprays, sticks, gels en zelfs poeders. En allemaal hebben ze hun eigen voor- en nadelen.

Een crème is het meest klassiek, en dat is niet voor niets. Je ziet goed waar je hebt gesmeerd en het verdeelt makkelijk. Zeker als je de tijd hebt om rustig in te smeren – bijvoorbeeld ‘s ochtends voor je de deur uitgaat – is dit een fijne optie.

Toch liever wat sneller klaar, bijvoorbeeld op het strand of in een drukke ochtendroutine? Dan is een spray super handig. Maar let op: je ziet bij een spray veel minder goed of je genoeg hebt gebruikt. Een goede tip is om te kijken of je huid na het sprayen een beetje glanst – dat is meestal een teken dat je genoeg hebt aangebracht.

Draag je make-up of wil je gedurende de dag makkelijk bijwerken zonder je hele gezicht opnieuw in te smeren? Dan zijn er poeders of sticks met SPF. Vooral poeder is ideaal om over je make-up heen aan te brengen. Maar let op: dit is echt alleen bedoeld als aanvulling. Je begint je dag altijd met een gewone zonnebrandcrème – poeder is voor tussendoor, niet als basisbescherming.