Aha! Waarom slimme mensen vaker hardop tegen zichzelf praten

Heb jij ook wel eens zo’n moment dat je jezelf betrapt terwijl je zachtjes mompelt of een complete discussie voert in je hoofd? No worries – dat is helemaal normaal! Sterker nog: wetenschappers zeggen dat het hartstikke gezond is en meer voordelen heeft dan je denkt.
Praten met jezelf: veel vaker dan je denkt
Bijna iedereen doet het: praten tegen jezelf. Ongeveer 96% van de mensen voert deze innerlijke gesprekken, blijkt uit onderzoek. 1 op de 4 doet dit zelfs hardop. Als kind kletste je volop – kleuters babbelen vaak hele verhalen tegen zichzelf. Rond je 6e verhuist dat geklets meestal van buiten naar binnen, maar het verdwijnt dus echt niet! Dus nee, je bent niet ‘gek’ als je onderweg tegen jezelf praat over hoe je die dag gaat aanpakken.
Waarom praten we tegen onszelf?
Selftalk is eigenlijk een soort lifehack die je brein zelf toepast. Je geeft structuur aan je gedachten, je onthoudt dingen beter en je raakt minder snel afgeleid. Door iets hardop of in je hoofd te zeggen, krijgt je brein een soort seintje: hier moet ik iets mee! Daarom kun je bijvoorbeeld makkelijker dat boodschappenlijstje onthouden of raak je minder snel in paniek als je sleutels weer eens onvindbaar zijn.
Focus, geheugen & creativiteit
Wetenschappers hebben ontdekt dat zelfspraak helpt bij het oplossen van problemen, het maken van beslissingen én creatief denken stimuleert. Als je je gedachten uitspreekt, orden je ze beter én haal je sneller oplossingen naar boven. Vooral tijdens stress of als je een belangrijke taak uitvoert, is die innerlijke coach waardevol. Sportpsychologen weten allang hoe krachtig een positieve pep talk is – zelfs topsporter Tommy Haas gaf toe dat hij zichzelf motiverende woorden toesprak om zijn prestaties te boosten.
Emoties de baas: waarom praten helpt als je stress hebt
Praten tegen jezelf werkt ook als een soort emotionele airbag. Je kunt makkelijker negatieve gedachten onderbreken, jezelf geruststellen of jezelf een mental high five geven. Therapieën als cognitieve gedragstherapie gebruiken het praten tegen jezelf supergericht: je leert je negatieve stemmetje te herkennen én om te zetten in iets positiefs.
Extra tip van wetenschappers: gebruik je eigen naam, of praat in de derde persoon. Dus niet: ‘Ik kan dit niet’, maar: ‘Lisa kan dit!’. Dat werkt stressverlagend én vergroot je zelfvertrouwen.
Vier soorten zelfspraak (en zo herken je ze!)
- Zelfkritiek: Je corrigeert of bekritiseert jezelf heel even als iets misgaat (‘Waarom deed ik dat nou zo…?’).
- Sociale situaties: In je hoofd oefen je gesprekjes of bedenk je alvast wat iemand gaat zeggen (‘Als hij dit zegt, dan zeg ik dat…’).
- Zelfbevestiging: Je moedigt jezelf aan of prijst jezelf (‘Het is gelukt!’ of ‘Goed gedaan, girl!’).
- Zelfmanagement: To-do’s, reminders en planningen – ‘Oké, eerst naar de supermarkt, dan huiswerk afmaken’ – dat doe je dus meestal óók pratend in jezelf.
De innerlijke dialoog: wat er echt gebeurt in je hoofd
En dan is er ook nog het verschil tussen een innerlijke monoloog (gewoon je eigen stem die praat) en een innerlijke dialoog (jij én een andere persoon in gesprek, in je hoofd!). Heel normaal, volgens wetenschappers. Het helpt je anticiperen op reacties van anderen, en je sociaal (beter) voorbereiden. Geloof het of niet: 60% van de tijd praten we überhaupt over onszelf – zelfs als we met anderen praten. Dat geeft een fix dopamine-shot en verklaart waarom je je na een goed (zelf)gesprek zo lekker kan voelen. Lees ook: Waarom introverte mensen vaak als intelligent worden gezien (en dit is waarom dat klopt)
Bron: Welingelichte Kringen