Waarom je een Nederlander op vakantie áltijd herkent

Wij Nederlanders zijn er trots op: onze nuchterheid, directheid en “doe maar normaal”-houding. Maar zodra we een voet zetten op buitenlandse bodem, lijkt er iets te veranderen. Ineens zijn we luidruchtig, nemen we ons eigen beleg mee en willen we friet in plaats van paella. Je hoeft geen speurneus te zijn om een Nederlander op vakantie te herkennen – deze vijf gedragingen verraden ons genadeloos.

Lees ook: Zo herken je áltijd Nederlanders op vakantie – en ja, jij doet dit ook

1 – De legendarische handdoek bij het zwembad

Het is vroeg. Véél te vroeg. Maar daar ligt ‘ie hoor: de oranje strandhanddoek op het beste bedje bij het zwembad. Soms ligt er zelfs een slipper bij als bewijs dat deze plek ‘echt al bezet’ is. En nee, er zwemt nog niemand.

We zijn namelijk eerst even ontbijten, of gewoon weer terug naar bed gegaan. Het handdoekje-legfenomeen is zo klassiek dat buitenlandse hotels er inmiddels borden tegen ophangen. Toch blijven we als Nederlanders het doen. Een soort oerinstinct? Misschien. Maar charmant is anders.

2 – Friet, kroketten en mayo, zelfs in Italië

In een land met verse pasta, pizza’s en tapas vragen wij doodleuk of er ook frikandellen op het menu staan. Of kroketten. Of in ieder geval patat met. Want lekker eten is leuk, maar het moet wel ‘gewoon zijn zoals thuis’. Het is dan ook geen verrassing dat Nederlandse snackbars in het buitenland het opvallend goed doen. En ja, je moeder die een pot Calvé pindakaas meesmokkelt in haar koffer? Ook typisch.

▼ scroll verder ▼

3 – Luid en duidelijk… of gewoon te hard

We bedoelen het niet verkeerd, maar zodra we vakantie hebben, lijkt het volume mee op de boardingpass te staan. In stiltegebieden of kleine dorpjes wordt er zonder schaamte door elkaar geroepen: “NEE, DAAR IS HET NIET!” of “ZIE JE NOU WEL, HIER IS DIE IJSSALON!”

Buitenlanders kijken op, wij praten gewoon door. Misschien komt het door onze directe communicatie, maar in sommige situaties voelt het net alsof we op een voetbalwedstrijd staan in plaats van op een rustig pleintje.

4 – Fooi geven: hoe werkt dat?

Een grote bron van verwarring: fooi. Nederlanders zijn gewend aan alles-inbegrepen, en dat zie je terug. Soms laten we 10 cent fooi achter op een rekening van 40 euro. Andere keren staren we verbaasd naar de rekening in de taxi, twijfelend of ‘iets extra’s’ nu écht nodig is. Ondertussen vinden we alles in het buitenland al snel “aan de prijs”, maar vragen we ons niet af of het misschien bij de cultuur hoort. Ai.

5 – Je eigen supermarkt op het strand

Water mee? Logisch. Maar een koelbox met boterhammen, hagelslag, komkommer en drie soorten beleg? Alleen wij kunnen dat. Terwijl je je handdoek neerlegt op een overvol strand in Zuid-Frankrijk, klinkt het al: “Wie wil er een bruine boterham met pindakaas?” Voor de locals is het fascinerend. Voor ons volkomen normaal. Vakantie of niet: honger hebben zonder eigen lunch is geen optie.