Misschien heb je wel eens gehoord van het imposter syndroom. Het imposter syndroom betekent dat je bang bent om door de mand te vallen, bijvoorbeeld bij je studie of op je werk. Je doet supererg je best, maar je voelt je een oplichter. Alsof je helemaal niet genoeg verstand van zaken hebt en je ontmaskerd kunt worden. Dit zijn de 5 verschillende soorten van het imposter syndroom waar je je misschien wel in herkent. 

1. De expert

De eerste soort van het imposter syndroom is de expert. Als je dit type hebt, wil je álles weten over een bepaald onderwerp. Je bent bang dat wanneer je niet genoeg kennis hebt, je door de mand zult vallen. Heel vervelend omdat het onwijs veel energie kost. Probeer het daarom een beetje los te laten en niet altijd met je studie of werk bezig te zijn. Plan tijd in met vriendinnen die je energie geven, neem genoeg rust of maak je hoofd leeg in de sportschool. 

2. De perfectionist

De perfectionist is een type imposter syndroom die ook veel voorkomt. Je ziet het al aan de naam: als je een perfectionist bent wil je alles perfect doen. Je bent bang om fouten te maken, omdat je denkt dat mensen anders aan je kwaliteiten zullen twijfelen. Het is moeilijk om die perfectionistische houding af te leren, maar probeer jezelf in ieder geval een beetje toe te staan om fouten te maken. Onthoud dat je van fouten leert en dat je het nooit helemaal perfect kan doen. Iedereen maakt fouten en het is heel normaal, no worries. Je doet je best en dat is goed genoeg.
 

3. De solist

Als je een solist bent, dan ben je bang om anderen om hulp te vragen. Ook dit type van het imposter syndroom komt vaak voor. Je denkt dat je geen hulp mag vragen, omdat je het zelf moet oplossen. Als je om hulp vraagt, vind je jezelf niet capabel genoeg. Heb je dit type? Probeer dan de komende tijd juist eens iemand om hulp te vragen, ook als je het eng vindt. Het is namelijk helemaal oké om om hulp te vragen. Wedden dat niemand op je werk het raar vindt als je dat doet? De meeste mensen helpen juist graag als je ergens even niet uitkomt.

4. De Superwoman (of man)

Het vierde type van het imposter syndroom is de Superwoman (of Superman, natuurlijk). Iedereen kent wel de collega op kantoor die alles lijkt te kunnen. Je gaat naar hem of haar toe als je vragen hebt en hij of zij neemt met alle liefde wat werk van je over. Alleen als je zelf dit type bent, is het allesbehalve goed voor je. Een burn-out ligt namelijk op de loer. Je kan best wel werk delegeren, je hoeft niet alles alleen te doen. Je werk loslaten en je hoofd leegmaken is hier the key om minder de Superwoman te zijn. Je hoeft namelijk helemaal niet dé Superwoman te zijn, jezelf zijn is goed genoeg.

5. Het natuurlijke genie

Als laatste is er het natuurlijke genie. Ben je gewend om uit te blinken, altijd hoge cijfers te halen en geen fouten te maken? Dan heb je zeker dit type van het imposter syndroom. Als natuurlijk genie ben je gewend om uit te blinken en leg je de lat steeds een stukje hoger voor jezelf. Goed voor je zelfontwikkeling, maar sta jezelf ook toe om het wat rustiger aan te doen en fouten te maken. Falen is onvermijdelijk en ook jij mag in dingen mislukken. Het is niet het einde van de wereld, zelfs niet als alles fout gaat.