Travel

Een berg beklimmen op exchange: ‘koud, zwaar, maar we zijn super trots’

Na mijn cheerleader wedstrijd heb ik een welverdiende vakantie. Het is namelijk midsemester-break, zoals de naam al voorspelt: een vakantie in het midden van het semester. Deze kans grijp ik natuurlijk met beide handen aan en met een vriendin plan ik een tripje naar Borneo, wat in het oosten van Maleisië ligt. We hebben namelijk een heel groot plan: we willen een berg beklimmen en niet zomaar een berg, maar eentje van vier kilometer hoog. Voordat we deze uitdaging aan gaan bezoeken we Kuching, waar we orang-oetans gaan spotten.

Marit gaat een half jaar aan de andere kant van de wereld ga wonen. Ze gaat studeren aan de ‘Monash University’, de Australische universiteit met een dependance in Maleisië. Op Girlscene.nl deelt Marit haar verhalen over alles wat ze tijdens een half jaar Maleisië beleeft. Van nieuwe vrienden maken, nieuwe plekken ontdekken en op eigen benen staan. Haar vorige artikel lees je hier.

Orang-oetans
We gaan naar een soort Pieterburen, maar dan voor orang-oetans. Het is een opvangcentrum waar de apen worden verzorgd. Niemand(!) had ons verteld dat je gewoon met een busje naar de opvang bovenop de heuvel kon, dus alvast een goede warming-up voor de échte bergbeklimming, komen we bij de apen aan. Het is zo een bijzondere ervaring, de apen lijken zo menselijk en komen heel dichtbij. Na ook wat krokodillen spotten lopen we wat dieper het park in waar we een mama met baby orang-oetans zien. ‘s Avonds blijkt er een mooncake-festival te zijn in de stad, wat één van de belangrijkste feesten is voor de Chinezen. Ze geven familie en vrienden een soort gebakjes wat voor rijkdom en voorspoed staat. Daarnaast hoort hier een parade bij, wat een kruising is tussen carnaval en de avondvierdaagse. Ook alleen hier kunnen de outfits, versieringen en optredens over de top.
aap backpacken oerwoud
Koud, koud, koud….
Onze volgende bestemming ligt nog meer in het oosten, Mount Kinabalu, die wij met haar 4095 meter ‘even’ gaan beklimmen. We lopen de eerste dag zes kilometer. Het eerste deel is zwaar, maar wel te doen. Veel klimmen, veel trappen, veel bovenbenen (goede workout dus). Als de laatste kilometer aanbreekt, begint het keihard te regenen. We gaan schuilen, alleen onze gids geeft aan dat deze bui nog wel twee uur kan duren (welkom in het regenseizoen) wat inhoudt dat we gewoon door moeten. Alles wordt nat en koud. We hebben geen warm water en geen verwarming. Daarom doen we alle droge kleren aan gedaan die we bij ons hebben en zijn onder het dekbed gaan liggen. Ik draag twee paar sokken, twee shirts, een trui, een jas, twee broeken en mn skihandschoenen. Gelukkig gaan we vroeg eten (half 5), wat ook behoorlijk prijzig is (duurste maaltijden so far in Maleisië). Dit komt omdat alle producten door locals omhoog moeten worden gedragen. Als je omhoog klimt zie je ook mensen omhoog rennen (een stuk sneller) met zakken rijst, potten tomatensaus en zelfs wasmachines. Dit laat je wel even twee keer nadenken over de invloed die wij als (Westerse) toeristen hebben.

berg donker hoog
De laatste loodjes
Om half twee staan we op om ons klaar te maken voor het laatste stuk. We moeten nog tweeëneenhalve kilometer. Het is heel koud en donker. We lopen met de hele groep achter elkaar met onze lichtjes. Het is maar goed dat het zo donker is aangezien het ongelooflijk steil is. Door de ijle lucht wordt inspanning leveren nog zwaarder en duizeligheid en hoofdpijn liggen op de loer. Na drie uur redden we het net voor zonsopgang. Het was zo enorm koud dat m’n vingers en tenen niet meer te voelen zijn, maar wat is het uitzicht mooi. Op een hoogte van 4095.2 meter hebben we uitzicht over de hele omgeving.
steil berg hoog
De hel terug
We gaan rond half zeven weer terug en zien nu pas hoe ongelooflijk steil het stuk is waar we lopen. Op de tocht terug kunnen we genieten van het prachtige uitzicht, maar toch is terug minder leuk als je gewoon naar huis wilt. Het mooiste stuk heb je namelijk al gehad. De zes kilometer naar beneden vallen dan ook een stuk zwaarder dan verwacht. Na acht en een half uur omhoog en zes en een half uur naar beneden hebben we het dan toch gered.

De samenvatting: koud, zwaar, maar we zijn super trots. De spierpijn (vooral de tweede dag) is echt niet grappig. Trappen af kost drie keer zoveel tijd en is echt ondraaglijk. Het is toch wel lastig om weer terug te gaan naar Kuala Lumpur, aangezien ik weet dat ik zondag weer de hele dag aan de slag moet voor deadlines… #livingtheexchangelife.
marit berg hoog