Lifestyle

9 dingen die je sowieso herkent als jongste kind des huizes

Je hebt twee zussen en een broer en jij bent de jongste uit het rijtje. Als het kleine zusje heb je het vroeger niet makkelijk gehad en nog steeds voel je de naschokken. Jij moest altijd de tikker zijn tijdens tikkertje en eigenlijk was je het pispaaltje voor alles. Gelukkig had het niet alleen maar nadelen en was het soms toch wel fijn om het kleintje van de groep de zijn. Laten we eerlijk zijn: vandaag de dag profiteer je hier nog steeds van. Dit artikel herken jij dan ook uit duizenden. 

1. Je hebt genoeg voorbeelden gehad
Eigenlijk was niets eng voor jou. Jij hebt alles afgekeken bij je broers en zussen, dus jij wist precies hoe je bepaalde dingen aan moest pakken. Jouw vriendinnetjes gingen met trillende handjes naar de middelbare school, maar jij wist al hoe het eraan toe ging. Al die gekke termen als ‘mentor’, ‘rooster’ en ‘eerste uur’ waren voor jou appeltje eitje. Waar maakt iedereen zich in godsnaam zo druk om?

2. Nieuwe kleding was er voor jou niet bij
Jouw zus mocht al die leuke outfits samenstellen wat op dat moment helemaal hot was en een paar jaar later belandde dat bij jou in de kast. Niemand had nog een trui met franjes en jij werd gedwongen dit te dragen. En je moeder maar zeggen: “Dat is toch als nieuw.” Je noemde het maar ‘vintage’ om jezelf te troosten. Toen je wat ouder was, wist je voor jezelf op te komen en mocht jij je eigen kleding uitzoeken. 

3. Je kon alles maken
Je ouders moesten er altijd nog even over nadenken als je zus een avondje op stap wilde. Ze was volgens hen nog veel te jong en er kon teveel gebeuren. Nee, ze moest echt nog even wachten. Gelukkig trof jij het beter: “Maar natuurlijk mag jij lekker op stap met je vriendinnen. Daar moet je van genieten.” Kijk, jij had dat beter geregeld en dat allemaal omdat je de jongste bent. 

4. Wat zij mochten, mag jij nu ook
Dit was bijna het fijnste van de jonkie zijn. Hoe vaak heb jij wel niet tegen je ouders gezegd: “Ja, maar Laura mocht dat ook toen.” “Jij hebt dat toen ook voor haar betaald.” Altijd schade tellen natuurlijk en eerlijk is eerlijk, negen van de tien keer kreeg jij het voor elkaar. 

jongste kind5. Je was het pispaaltje
Dit was het ergste van allemaal. Iemand moest het pispaaltje zijn en dan ligt het meest voor de hand om de jongste van het stel te kiezen. Je was altijd de zoeker met verstoppertje, de tikker tijdens tikkertje en alle andere verschrikkelijke rollen werden jou toegewezen. Je hield je groot, maar het liefst zou je de tranen over je wangen laten rollen. Wat had je het zwaar toen.

6. Je keek televisie die voor iets oudere kinderen bedoeld was
Iedereen uit jouw klas keek (bij wijze van spreken) nog de Teletubbies en jij zat samen met je broers en zussen om acht uur ‘s avonds op de bank om de nieuwe aflevering van GTST te kijken. Seksscènes waren voor jou al op vroege leeftijd de normaalste zaak van de wereld geworden. 

7. Je moest jezelf vermaken
Op dat moment was het verschrikkelijk, maar achteraf heb je er een hoop van geleerd. Jij wilde samen met je broer met de bal spelen, maar hij had absoluut geen tijd voor die spelletjes. Hij ging met vrienden chillen, dus jij was alleen maar lucht voor hem. Zo ging het elke keer, dus de enige oplossing was om jezelf te vermaken. 

8. Je blijft altijd het kleine meisje
Voor je vader en moeder ben en blijf je die kleine Benjamin. Je werd/wordt vertroeteld door ze en stiekem vond je dat altijd hartstikke fijn. Voor je ooms en tantes blijf je ook altijd de jongste van het stel en keer op keer verbaas je ze hoe groot je bent geworden. Ja ja, kleine meisjes worden ook groot. 

9. Je kreeg nooit de schuld
Van je broers en zussen kreeg je altijd de schuld, maar van je ouders niet en dat telt. Terwijl zij op hun kop kregen, moest jij moeite doen om je lach in te houden en oh, wat was dat heerlijk. “Maar die kleine ukkepuk heeft het gedaan!” “Niks te maar, jullie zouden beter moeten weten” Dat zei je moeder dan en jij genoot er intens van.

Beeld: iStock