Alles wat je moet weten over wassen (zodat je je moeder niet meer in paniek hoeft te bellen)

De Girlscene-wasguide: alles over wassen

“Mam, op hoeveel graden moet dit?” of “Gaat mijn topje dan krimpen?” Herkenbaar? Als je op kamers gaat, krijg je te maken met een uitdaging die je thuis nog niet hoefde aan te pakken: de was. Met verschillende soorten stoffen en kleuren kan het soms best lastig zijn om de juiste keuzes te maken. En ja, dan bel je soms toch even je lieve moeder om advies die álles weet over wassen (hier lees je waarom een telefoongesprek met je moeder goed voor je gezondheid is). Geen zorgen, wij helpen je een handje: dit is alles wat je moet weten over wassen.

1. Sorteren is een must

Voordat je zomaar alles in de machine gooit (en je favoriete witte t-shirt roze uit de was komt), moet je leren sorteren.

Houd witte kleding apart, donkere kleding apart en felgekleurde items ook weer apart, zodat er geen vervelende kleurverschillen ontstaan. Let daarnaast op het materiaal: handdoeken en spijkerbroeken kunnen flink wat draaien in de was, dus meng ze liever niet met dunne shirtjes. En delicate items zoals bh’s, kanten topjes of dat mooie kanten jurkje? Stop ze in een waszakje, anders is het einde verhaal.

2. Kies het juiste programma

De wasmachine heeft meer knoppen dan een spaceship, maar je hoeft echt geen raketgeleerde te zijn.

Voor katoen, zoals gewone shirts, broeken en sokken, kan de standaard wascyclus prima. Synthetische kleding, zoals sportkleding en blouses, vraagt om een iets mildere cyclus. Delicate items, zoals lingerie, kanten topjes of andere fijne was, verdienen een speciaal programma om ze mooi te houden. En je wollen trui van oma? Die mag echt niet in de gewone cyclus; geef ‘m liever een wol- of handwasbeurt, anders is krimpen gegarandeerd.

Tip: als je twijfelt, check altijd het waslabel. Dat kleine vierkantje met een cirkeltje kan je leven (en was) redden!

3. Wasmiddel, hoeveel en welke?

Te veel wasmiddel is niet alleen slecht voor je kleding, maar ook slecht voor je machine. Te weinig wasmiddel betekent stinkende sokken. De gouden middenweg: volg de dop of de instructies op de verpakking.

Bij het kiezen van wasmiddel maakt het soort ook verschil. Vloeibaar wasmiddel is ideaal voor gekleurde kleding, terwijl poederwasmiddel beter werkt voor witte kleding en hardnekkige vlekken. En als je kleuren toch eens per ongeluk mixt, kan een color catcher een echte redder in nood zijn.

4. En wasverzachter dan?

Wasverzachter is het geheime wapen voor zachte, lekker ruikende kleding, maar gebruik het met verstand. Het maakt je handdoeken, truien en sokken extra zacht en kan een subtiel geurtje achterlaten, maar te veel kan de vezels juist aantasten en sommige sportkleding minder absorberend maken. Een klein beetje wasverzachter is vaak al genoeg om je was fris en comfortabel te houden zonder dat het overdreven wordt.

5. Tips voor het drogen

De droger is handig voor handdoeken en sokken, maar minder geschikt voor truitjes en kledingstukken die kunnen krimpen. Luchtdrogen is vaak een beter alternatief: je kleding gaat langer mee, bespaart energie en je huis ruikt meteen heerlijk fris. En onthoud: doe nooit, maar dan ook nooit een wollen trui in de droger.

6. Vlekken? Geen paniek!

Vlekken zijn vervelend, maar vaak goed te lijf te gaan als je snel bent. Vetvlekken kun je aanpakken met afwasmiddel, grasvlekken verdwijnen vaak na even weken in water met een beetje wasmiddel, en rode wijn? Spoel die direct met koud water en gebruik later eventueel een vlekverwijderaar. Hoe sneller je reageert, hoe groter de kans dat je moeder niet hoeft te komen redden.

Voilà, nu weet je alles over wassen! Als je dit onthoudt, kun je jezelf gerust een waspro noemen. En het mooiste? Je moeder kan eindelijk opgelucht ademhalen, want jij weet nu hoe je van die vieze sokken een fris feestje maakt. Maar, hoe vaak moet je je sportkleding eigenlijk was? Je leest het hier (en het is vaker dan je denkt).