Van beef naar besties: vanaf deze leeftijd wordt je waarschijnlijk besties met je siblings

De ultieme love-hate relationship: jij en je siblings

Er is niemand van wie we zóveel houden én die ons tegelijkertijd zo knettergek kan maken als onze broers en zussen. Voor hen zou je zonder twijfelen door het vuur gaan, maar net zo makkelijk jaag je ze het huis door omdat ze die laatste donut – die van jou was – hebben opgegeten. In je jongere jaren is het vaak meer katten, zeuren en stiekem klikken dan gezellig samen op de bank zitten. Maar ergens onderweg gebeurt er iets geks: ineens blijken je siblings eigenlijk best leuk gezelschap. Hoe komt dat? En vanaf wanneer word je nou écht bevriend met je broers en zussen?

Lees ook: Help, je broer of zus heeft een nieuwe lover! Zo overleef je de eerste ontmoeting

Waarom hebben broers en zussen zo vaak ruzie?

Je groeit samen op, deelt speelgoed, aandacht, en soms zelfs die trui die ‘per ongeluk’ in hun kast is beland. Dat zorgt al snel voor kleine irritaties. Maar onder al dat geduw, getrek en gezeur zit vaak iets groters: een soort geheime, nooit uitgesproken competitie. Wie is de slimste? De grappigste? De populairste? Of – de ultieme strijd – wie is stiekem de ‘favoriet’ van je ouders?

Volgens experts vergelijken we onszelf automatisch met de mensen die het dichtst bij ons staan – en dat zijn dus precies je siblings. Het maakt niet uit of jullie als twee druppels water op elkaar lijken of juist elkaars tegenpolen zijn: beide situaties kunnen voor drama zorgen.

En dan is er nog het beruchte eerlijkheidsgevoel. Als jouw jongere broertje eerder mag opblijven dan jij vroeger mocht, voelt dat als pure onrechtvaardigheid. Resultaat: instant sibling beef. En newsflash: dat gevoel van ‘het moet eerlijk zijn’ kan soms zó hard blijven hangen, dat je er als volwassene nog steeds af en toe over mokt.

Vanaf welke leeftijd wordt je bevriend met je broers en zussen?

Goed nieuws: in veel gevallen wordt de band relaxter naarmate je ouder wordt. Vaak merk je dat ergens rond het einde van je puberteit de scherpe randjes eraf gaan. Jullie krijgen meer eigen vrienden, eigen interesses, en minder reden om 24/7 met elkaar te concurreren.

Soms helpt fysieke afstand ook. Als je allebei ergens anders woont (bijvoorbeeld voor studie of werk), waardeer je elkaar sneller. Je ziet elkaar minder vaak, waardoor kleine irritaties minder kans krijgen om op te lopen.

Ook grote gebeurtenissen in het gezin – zoals een huwelijk, een nieuwe baby, of het verlies van een ouder – kunnen ervoor zorgen dat je dichter naar elkaar toegroeit. Op dat soort momenten besef je vaak: oké, we hebben misschien onze verschillen, maar uiteindelijk zijn we familie.

Tips om beter bevriend te worden met je broers en zussen

Je hoeft niet te wachten tot jullie 25 zijn om eindelijk bevriend met je broers en zussen te worden. Hier zijn een paar tips om nu al een betere band te krijgen.

1. Vind iets om samen te doen

Het maakt niet uit of het gamen is, series kijken of samen sporten: gedeelde activiteiten geven minder ruimte voor gezeur en meer voor gezelligheid.

2. Laat de competitie los

Jij bent jij, zij zijn zij. Het hoeft niet eerlijk verdeeld te zijn om fijn te zijn. Focus op je eigen kwaliteiten en waardeer die van je siblings.

3. Benoem het goede

Soms is het makkelijk om alleen te zeggen wat je irriteert, maar probeer ook eens een compliment te geven. Kleine moeite, groot effect.

4. Gebruik humor om spanning te breken

Een grapje (op het juiste moment!) kan ruzies minder zwaar maken.

5. Wees geduldig

Een vriendschap opbouwen kost tijd. Zelfs als jullie nu vooral botsen, kan dat over een paar jaar compleet anders zijn. Lees ook: Echte zussenliefde: deze dingen kan je alleen doen als je een zus hebt