Wij op de redactie van Girlscene hebben nog wel eens moeite met een pakkende titel verzinnen voor onze artikelen. Google wordt namelijk maar preutser en strenger, dus we mogen steeds meer seksgerelateerde woorden niet meer in onze titels verwerken. Bij het verzinnen van andere namen voor het mannelijk geslacht worden we nog wel eens creatief. En dat willen we maar al te graag met jullie delen! 

Dit zijn de raarste benamingen voor het mannelijk geslachtsdeel

Speciaal voor jullie hebben wij alle benamingen van de jongeheer op een rij gezet. Sommige zijn simpel en bekend, andere hilarisch en zelfs heel erg goor. Bereid je maar vast voor, want hier komen ze op alfabetische volgorde. 

We beginnen meteen goor!

7-granenknuppel (wat?), Alfred Jodocus Kwak, anaconda, banaan, blanke-vlablaffer (lees: heel erg goor), blauwaderige yoghurtpomp (oké, maar moest dat blauwaderige ervoor?!) en ons persoonlijk favoriet: Bob de Douwer. Dan zijn we er nog lang niet! Botermesje bestaat ook, of bout, braatworst, brand(weer)slang en zelfs broer…?

Van calippo naar genotsknots

Bij de C aangekomen gaan we door van calippo tot cockzilla, naar het welbekende derde been. Dikkie-Dik, de drilboor, dwarsfluit, de eenogige broei..paling? Eeh, wat? Maar ook de elfde vinger, fallus, fikkie en fluit worden nog wel eens gebruikt en dat hebben we een stuk liever dan gehaktstaaf en genotsknots. En oh, wat hebben we toch een hekel aan koosnaampje ‘het geweer’ – inclusief patroontassen natuurlijk. 

Hengel hem door naar klok-en-hamerspel!

Het handvat (die is nog wel logisch), Harry, hatsieflatsie, hengel, Henkie.. Het gaat maar door. Bij de letter I krijgen we te maken met ijslolly dan Jan zonder handjes, Judokus, jongeheer, joystick, de kabouter en kaneelstok. Je dacht dat we er al waren, maar dat heb je toch echt mis! Kanon, kapstok, kinderarmpje, klabanus, kleine garnaal (zou me niet kunnen voorstellen dat een man over zijn ‘kleine garnaal’ opschept, maar oké), klok-en-hamerspel, knakworst, knoert of knupper. En deze ken je waarschijnlijk wel en mogen dan ook echt niet ontbreken: lange Willie, lantaarnpaal, leuter en de geliefde ‘lul’. 

Bij de P worden ze echt creatief! 

Piemel is natuurlijk te basic, dus de mannen vinden het leuker om deze paal, partyknack, piel, pielemans, pielemuis, pienter, pookje, piet, pieterman, pik, pipi, pisser, pisvinger, plasser, pomp..stronk(?), pook, potlood, praatpaal, pretpaal, puddingbuks, purperen of kardinaal te noemen. Ladies, hebben we al een favoriet of moeten we nog even doorgaan?

Einde is in zicht! 

Prima! Dan gaan we even door met rammelaar, rampetamper, regenworm, robbeklopper, roede, rukgerei (haha), sannie, sapstengel, schachtenduiker, snikkel, seregeant-majoor. Sjaak, Sjimmie, Sjors, swans, slager, slinger, sloopkogel, slurf, soepstengel, speelstok, spuitfluit, staafmixer, stampertje en stramme kabouter.

Stond jouw koosnaampje ook in het grote piemelwoordenboek?

Helaas is het einde van het Grote Piemelwoordenboek nu echt in zicht maar wat zitter er een parels bij deze laatste koosnaampjes. Namelijk: tampeloeres, tien ton staal verticaal (hij is vast bij als je hem zo noemt), toeter, toverfluit, tuinslang, het Surinaamse tollie, vishengel, vleesbestek, vleeslolly, Willy (wortel), winterpeen – voor de vitamientjes natuurlijk -, wolkenkrabber, worst, yoghurtbuks, zaadmitrailleur of zaadstengel. We eindigen dit prachtige artikel met zaakje, zeeppompje, zeikstaaf, zwaard, zwaffelzweep, zwans en zwengel. Dat was het! *drops mic*

Bron: linda.nl

Nu we het toch over zwengels hebben! Lees ook:

5 tips om jouw rukwerk minder ruk te maken

Dit zijn 5 originele technieken om jouw partner mee te verrassen tijdens het handwerk