Lifestyle

Verhaal: Wanneer het schreeuwen ophoudt

De redactie schrijft elke dag leuke artikelen voor jullie, maar er zijn genoeg lezeressen die ook goed overweg kunnen met pen en papier! Deze week lichten wij het verhaal van Girlscene-lezeres Ida uit. "Wanneer het schreeuwen ophoudt, gebeurt er iets ergs. Daar is iedereen van overtuigd. Zelfs al weet niemand wat er precies gebeuren zal of waarom. Het enige dat men weet is dat de wereld op dat moment zal vergaan. Zowel de mensen binnen het dorp, als de enkeling die erbuiten leeft, geven maar al te graag diegenen die ze liefhebben op. Zolang ze zelf maar leven, kan het ze niets schelen wat er met de anderen gebeurt. Maar wat gebeurt er als het schreeuwen ophoudt en hoever is iedereen bereid te gaan?"

Proloog
Enkele verloren zonnestralen zoeken nieuwsgierig hun weg tussen het dichte bladerdak van een groepje machtige bomen. Hier en daar worden ze afgeketst door een blad, een stam, maar allen bereiken ze uiteindelijk de grond. De ene schijnt op een bloem die zachtjes heen en weer wiegt op de koele adem van de wind, de ander op een klein riviertje, dat kabbelend zijn weg zoekt tussen eeuwenoude keien. Het water is uitzonderlijk helder vandaag. Net als de lucht die ervoor zorgt dat de zon haar stralen op de koude aarde kan laten schijnen. 

Het wordt later en de zon verruilt haar brandende, schijnende zelf in voor een illustere maan. Wolken verschijnen aan de lucht en trekken weer voorbij in een, schijnbaar, oneindige cyclus. De lucht betrekt. Dreigende wolken verschijnen aan de hemel en nemen hun plaats in naast de maan. De hemel kleurt pikzwart. 
Het begint te regenen. 
De druppels vallen eerst zachtjes uit de lucht, bang om de wolken te verlaten. Maar waar het eerst maar enkele druppels zijn die op de aarde neerdalen, worden het er steeds meer en meer. Een verzengende stortvloed. 
Het water daalt genadeloos op de aarde neer, bloemen en struiken worden uit hun vertrouwde omgeving weggetrokken. Kiezelsteentjes en keien worden meegesleurd met de stroom en beuken in op oeroude stammen. Steeds meer bomen breken onder het geweld van het water, ze vallen. En in hun val sleuren ze anderen met zich mee.

De dag breekt aan, de maan verdwijnt. De storm verdwijnt eveneens. De aangerichte ravage verdwijnt echter niet, het bos is verdwenen. En het gegil begint. 

1.
Er was een tijd waarin je kon doen wat je wilde: je kon denken wat je denken wou en je kon leven wanneer je leven wou. De regels waren anders, minder streng. Er waren dan wel geen helden, maar er waren ook geen helden nodig. Deze tijd snakt naar een held. Maar een held zal er niet komen. Helden, vrij denken en geluk. Drie dingen die hier niet van toepassing zijn, toch niet nu. Niet op dit moment of in de nabije toekomst. Drie dingen die al lang geleden een stille dood gestorven zijn. Niemand van ons heeft ze ooit zelf meegemaakt, we hebben er alleen maar van gehoord. Er wordt over gefluisterd wanneer de maan een rode glans heeft, wanneer de wolven huilen, wanneer het vuur stopt met branden.

Ergens, als we heel erg eerlijk zijn tegen onszelf, geloven we er niet in. Beseffen we dat het een verhaal is, iets om ons leven draaglijk te houden. Ergens beseffen we dat, zelfs al bestonden ze ooit, ze stopten met bestaan toen het schreeuwen ophield.

Er wordt over verboden dingen gepraat op verboden momenten door mensen die niet bestaan. We wilden dat we bij de levenden hoorden, dat we echte mensen waren. Dat we in een bed konden slapen, dat er ouders waren die voor ons zorgden. We willen zoveel. En we krijgen niets. Immers; we bestaan niet.

Het is misschien moeilijk om de dag door te komen, maar de nacht is erger. De nachten zijn altijd erger. Dan komt de maan tevoorschijn, dan komen de wolken. Dan komt de angst. Elke nacht zijn we gespannen, bang. We zijn als de dood dat het schreeuwen ophoudt, dat wij de volgende zullen zijn.

Het schreeuwen mag niet ophouden. Zelfs al betekent iedere schreeuw dat één van ons sterft. We bestaan misschien niet, zijn al dood, er is altijd nog een tweede onherroepelijke dood. Dat is een dood waarvan je niet meer terugkeert. Het is een dood die je opslokt, vermaalt tussen de kiezen en doorslikt met een lach. Dat wensen we onszelf niet toe. Dan nog liever honderd anderen die sterven in onze plaats. Zolang het schreeuwen maar niet stopt. Alsjeblieft, laat het schreeuwen nooit ophouden. We smeken u: alstublieft! Laat het schreeuwen niet stoppen, laat het nooit, maar dan ook nooit onze beurt zijn die plaatsvindt. Laat ons. Alstublieft.

We zullen goed zijn, nog beter dan nu. We zullen ons best doen om door niemand gezien te worden, we zullen ons nooit meer vertonen aan de rand en hopen op een glimp van de Ouders. We zullen niets meer doen, zolang we maar mogen leven. Laat ons leven, alstublieft. Er kunnen offers gebracht worden! Wij zijn goede jagers! In alle weeromstandigheden kunnen we een muis of een rat vangen, we zullen ons maal met plezier afstaan. Zolang we maar mogen leven.
Laat ons leven, alstublieft.

Meer lezen? Het vervolg staat op het forum, klik hier.

Door Ida

Beeld: thinkstockphotos

Must reads 👀