Fototips op reis #7: landschappen

Mooie landschappen mogen op reis natuurlijk niet ontbreken. Maar hoe krijg je zo’n landschap nu het beste op de foto om dit gevoel ook aan je familie en vrienden thuis over te brengen? Vandaag geeft Evelien van Fotografille fotografietips die je makkelijk in de praktijk kunt brengen.
Brandpuntsafstand
De brandpuntsafstand van een lens kun je zien aan de hand van het aantal millimeters in de omschrijving. Dit geeft aan wat de hoek is waarin de foto wordt gemaakt. Hoe minder millimeters, hoe groter de hoek in graden is. Bij een 20mm lens krijg je dus veel meer omgeving op de foto dan met een lens van 200mm.
Het kiezen van een lens en bijbehorende brandpuntsafstand is belangrijk voor landschappen. Het zou zonde zijn als je maar een klein deel van het uitgestrekte plaatje op de foto krijgt omdat je een telelens hebt meegenomen. Groothoeklenzen zijn daarom ideaal voor landschappen. Zeker als je een exemplaar hebt waar je nog een beetje mee kunt zoomen. Op die manier kun je van heel breed naar iets minder breed, afhankelijk van de locatie waar je bent en wat je precies op de foto wilt zetten.
Sluitertijd & Diafragma
Bij een uitgestrekte omgeving heb je een grote afstand om op scherp te stellen. Heeft jouw camera verschillende standen? Kies dan de ‘landschap’-stand op je toestel. Hier zijn alle instellingen al geoptimaliseerd voor het feit dat je een landschap gaat fotograferen en zul je zien dat je foto van voor tot achter zo scherp is als je camera aan kan.
Wil je handmatig je instellingen instellen? Kies dan voor een diafragma (het ‘f’-getal) met een groot getal. De opening van je lens is dan kleiner, er komt minder licht binnen, maar dit wil wel zeggen dat je meer scherpte in je foto hebt dan bij een klein ‘f’-getal. Ben je in een donkere omgeving (in een regenwoud?) en kun je je diafragma niet op een hoog getal zetten om nog uit de hand te fotograferen? Kies dan goed uit waar je de scherpte wil hebben in je foto.
De sluitertijd is bij landschappen vaak niet heel belangrijk omdat een landschap niet snel beweegt. Maar bij een waterval is dit bijvoorbeeld wél belangrijk. Kies voor een snelle sluitertijd om ieder druppeltje scherp op de foto te krijgen. Wil je juist de waterval als een stroom in beeld brengen waarbij alle druppels samenvloeien tot één lange lap van water? Dan moet je juist een lange sluitertijd kiezen. Hier heb je dan meestal wel een statief of ander hulpstuk voor nodig om je camera stabiel te laten staan in de tijd dat je sluiter openstaat.
Probeer het vooral eens uit, dan zie je ook wat het resultaat is van het kiezen van verschillende instellingen.
Het weer
Het weer kan een belangrijke factor zijn in je foto. En hoewel je hier geen invloed op hebt kun je wel kiezen wanneer op de dag je een foto maakt. Tijdens het ‘gouden uur’ kleurt ieder landschap (als er zon is tenminste) naar een warm kleurenpalet. Het lijkt dan alsof er een gouden gloed overheen komt wat erg mooi is voor de foto’s.
Andere dingen waar je op kunt letten:
♥ Hoe dichter je naar de middag gaat, hoe hoger de zon staat. Hierdoor krijg je harde schaduwen van bovenaf die alle diepte uit je foto haalt. ’s Ochtends of ’s avonds is dus altijd een betere tijd voor landschapsfoto’s.
♥ Zijn er wolken in de lucht? Wolken voegen vaak net dat beetje extra toe aan een landschap. Neem ze dus zeker mee in je foto’s.
♥ Weet je ongeveer wanneer het vloed (of eb) wordt op de plaats van bestemming? Dan kun je hier ook rekening mee houden met je foto’s, afhankelijk van wat voor foto je voor ogen hebt.
De regel van derden / de gulden snede
Ken je de regel van derden? Of de gulden snede? Dit zijn beide compositieregels die je helpen met het bepalen van je compositie. Want alles altijd in het midden plaatsen is heel veilig en zeker niet altijd de beste optie. Een goede compositie maakt het beeld rustig om naar te kijken en zorgt ervoor dat het in balans is. De regels van deze twee compositieregels zijn bijna gelijk, alleen delen ze het raster net wat anders in. Daarom leg ik de regel van derden even uit: Wanneer je twee horizontale en twee verticale lijnen over je foto trekt die je foto in 9 gelijke vakjes verdelen heb je het grid van ‘de regel van derden’. Dit grid is een lijdraad voor je foto’s. Je kunt bijvoorbeeld je horizon op 1/3e of juist op 2/3e van je foto leggen. Daarnaast is het altijd goed om je onderwerp op 1/3e of 2/3e van de verticale lijnen te plaatsen. De kruispunten van de horizontale en verticale lijnen zijn punten waar het menselijk oog snel heen trekt en waar het dus goed is om belangrijke elementen te hebben staan in je foto.
Zie de foto’s met het grid hieronder zodat je goed ziet wat ik bedoel.
Meer weten over fotografie en beeldbewerking? Neem dan eens een kijkje op www.fotografille.nl.
Lees hier het vorige artikel van Fototips voor op reis terug!
Welke tips kende jij nog niet?