Iedereen doet wel eens iets waar je achteraf spijt van hebt. Iets kleins als bijvoorbeeld niet goed je best hebben gedaan voor een schoolproject, maar ook een foute keuze die je gemaakt hebt over iets heel anders. Bij je moeder rollen altijd de wijze woorden over haar tong: “Meid, van fouten leert men”. In plaats van deze mooie spreuk compleet te negeren, moet je het toch maar aannemen, want van fouten leer je echt. 

1. Je kunt niet perfect zijn
Onthoud altijd dat niemand perfect is en dat het mensenlijk is om fouten te maken. Je kunt niet altijd alles in één keer perfect doen en dat moet ook zeker niet jouw doel zijn. Als je iets hebt bereikt, dan kun je altijd wel iets bedenken dat je anders had willen doen. Als je dat niet hebt, kun je het dus nooit beter doen. Wees blij met wat je al bereikt hebt en houd in je achterhoofd dat het de volgende keer dan misschien net een tikkeltje beter is. 

2. De eerste stap is het lastigst
Fouten maak je omdat je een risico neemt. Juist deze stap is het lastigst, omdat je niet weet hoe het gaat uitpakken. Toch moet je leren om deze stap te zetten. Als je altijd op ‘safe’ speelt, zul je nooit bereiken wat je echt voor ogen hebt. Je zult merken dat het elke keer een stuk makkelijker gaat om deze stap te nemen. 

3. Je komt sterker terug
Deze heb je waarschijnlijk al vaker gehoord, maar het is echt zo. Als je een fout maakt, leer je hier van. Misschien moet je een werkstuk opnieuw maken en dan is de kans groot dat je het een tweede keer beter maakt. Je kunt de dingen extra aandacht geven die fout gingen en zo wordt het alleen maar beter. Misschien heb je wel een poging gedaan om een eigen bedrijfje te starten, maar was het in de soep gelopen. Niet erg, want als je het nog een keer probeert, weet je precies waar het de eerste keer fout ging.

 4. Zie in wat je fout hebt gedaan
Accepteer dat iets niet helemaal vlekkeloos is verlopen. Kijk ook goed naar wat er dan niet helemaal goed ging. Als je een tentamen niet gehaald hebt, is het belangrijk dat je precies weet wat je fout hebt gedaan. Misschien is dat niet het eerste waar je op zit te wachten. Een onvoldoende toets inzien is natuurlijk niet je favoriete bezigheid, maar wel de beste manier om ervoor te zorgen dat je geen tweede keer de fout in gaat. 

5. Zeg dat je fout zat
Zoals we al eerder hebben gezegd, is het menselijk om fouten te maken, dus het kan gebeuren. Het is gebeurd en daar is helaas niks meer aan te veranderen. Als je eerlijk zegt dat je fout zat, zijn anderen eerder bereid om je verder te helpen. 

6. Ga om met de juiste mensen
Stel, er is iets niet helemaal goed gegaan en de mensen om je heen helpen je niet, dan schiet dat niet op. Je zelfvertrouwen wordt daar niet bepaald beter van. De oplossing: ga met mensen om die je wel steunen en je verder helpen. Daar word je een stuk gelukkiger van en dan heb je weer frisse energie om verder te gaan. Ga om met mensen die je inspireren, want dan is de kans veel groter dat je niet meer snel de fout in gaat. 

7. Durf fouten te maken
Als je bang bent om fouten te maken, kun je het beste stil in een hoekje blijven zitten. Van fouten kun je leren, daar ben je nu wel achter, dus waar wacht je nog op? Zo erg is het niet om iets opnieuw te doen of een beetje spijt te hebben. De wereld vergaat echt niet en er zijn wel ergere dingen in de wereld moet je maar denken. 

Beeld: iStock