Lifestyle

Met deze 10 tips schrijf jij het beste sinterklaasgedicht

Begin jij elk jaar met de (niet zo) originele zin “De Sint zat eens te denken wat hij je dit jaar weer zou schenken”? Niet iedereen is een geboren dichter, maar met een aantal handige tips kom je al een heel eind. Je schiet al helemaal in de stress van de gedachte dat je een gedicht moet schrijven voor je schoonmoeder, maar don’t worry! Wij geven je tien tips waarmee jij het mooiste sinterklaasgedicht ooit schrijft en je iedereen verbaast met jouw fantastische dichtkunsten.

1. Vertel een verhaal
Na een heel jaar zijn er vast genoeg dingen gebeurd in het leven van jouw lootje. Misschien wel iets gênants of juist iets heel moois, doe er je voordeel mee! Kies een leuke anekdote en zet je verhaal om in dichtvorm. Lachen, gieren, brullen gegarandeerd. 

via GIPHY

2. Structuur
Breng structuur aan in je gedicht door met coupletten te werken. Kies bijvoorbeeld voor strofes (een soort alinea) van vier regels en verwerk in elk couplet een ander aspect van het grappige verhaal. Lekker overzichtelijk, ook voor de lezer.

3. Trefwoorden
Ken je de persoon in kwestie nog niet zo goed, waardoor je geen sappig verhaaltje weet? Probeer dan de dingen die je wél weet op te schrijven in trefwoorden, zodat je hier een verhaaltje aan kan ophangen. Denk aan de studie die iemand doet, een vakantie, hobbies of over het cadeautje wat je hebt gekocht. Schrijf alle trefwoorden op die je te binnen schieten!
4. Rijmschema
Het meest gebruikte rijmschema is AABB en ook gelijk het makkelijkste. Als je absoluut geen gevoel hebt voor poëzie en rijmpjes, ga dan hier vooral mee aan de slag. Als je een beetje indruk wilt maken kies je juist voor een iets moeilijker schema, zoals ABAB, ABCB of AABBC. 

5. Soorten rijm
Dit heb je vast geleerd op school: binnenrijm, alliteratie, assonantie…Je hoeft echt niet steeds het laatste woord te rijmen, kies juist eens voor iets anders. Woorden die beginnen met dezelfde letters komen heel speels over in een gedicht. Bijvoorbeeld ‘Sippe Sint’. Bij binnenrijm laat je binnen één zin twee woorden rijmen: ‘de Sint liet opeens een wind’. Assonantie betekent dat je woorden ‘half’ laat rijmen, dus ‘niet/nier’.

6. Ritme
Zorg dat de zinnen in een lekker ritme voor te lezen zijn. Als iemand het voorleest, moeten de klemtonen automatisch op het juiste moment vallen. Soms moet je hiervoor een woord schrappen of toevoegen.

7. Rijmwoordenboek
Als je het dan écht even niet meer weet, is een rijmwoordenboek de redder in nood. Je mag je creativiteit best een handje helpen, niemand die het weet. 

via GIPHY

8. Terug bij af
Schrijf op het eind je verhaal rond. Dat betekent dat je in je laatste couplet weer terugkomt bij het begin. Dit komt super profi over en je hoeft niet meer na te denken over hoe je eindigt!

9. Lees poëzie
Nu denk je misschien ‘daar heb ik toch helemaal geen zin in’, maar het helpt echt! Het lezen van andermans gedichten leren je om anders naar taal te kijken en geven je inspiratie. Lees niet alleen sinterklaasgedichten, maar ook andere gedichten. Het hoeft natuurlijk geen dichtenbundel te worden, maar je leert misschien een paar kneepjes van het dichtersvak.

10. Het oog wil ook wat
Yes! Je bent klaar met je gedicht. Ben je er trots op? Bij een gedicht hoort natuurlijk ook een mooie presentatie. Een dubbelgevouwen, geprint A4’tje is niet erg denderend, dus maak er iets moois van. Rol het op en knoop er een mooi lint omheen of knutsel zelf een mooi envelopje:

Watch on YouTube

Wil je zelf een pakjesavond organiseren met je friends? Check dan deze tips. Vier je geen Sinterklaas? Dit zijn leuke dingen om te doen op 5 december.

Bron: Oprah.com, Schrijvenonline.org, | Beeld: iStock