Haren trekken, bekvechten en kleding stelen van elkaar. Dit doe je maar met één persoon op de hele wereld: je bloedeigen zus. Soms kun je haar wel uitkotsen, maar heel soms hou je ook ontzettend veel van haar. Dan vraag je je af wat je zonder haar zou moeten. Een grote zus hebben gaat nooit zonder slag of stoot en daarom klinken deze situaties zou zeker bekend in de oren. 

1. Jouw zus is je privéchauffeur
Jouw zus heeft haar rijbewijs en jij nog niet, dus dat betekent maar één ding: je eigen privéchauffie. Als je ‘s avonds laat bij een vriendin opgehaald moet worden, stuurt je moeder je zus naar je toe. Een kwartier later kwam ze eraan gescheurd hoor. Kijk, dat is nog eens goed geregeld. 

2. Ze is soms je docent
Omdat je zus twee jaar ouder is, is ze ook een stukje wijzer. Bof jij even, want al die vreselijke wiskundestof legt ze tot in de puntjes aan je uit. Misschien op aandringen van je moeder, maar dat mag de pret niet drukken. 

3. Jij hebt nooit kledingcrisis
Soms heb je van die dagen dat je geen idee hebt wat je aan moet trekken. Gelukkig is dat probleem snel opgelost, want het enige wat je dan moet doen, is de kledingkast van je zus opentrekken. Natuurlijk alleen als je zuslief niet thuis is. 

4. Ze geeft je advies
Jouw zus heeft natuurlijk het een en ander meegemaakt in die twee jaar dat ze ouder is. Daarom kan ze aan jou adviezen geven als geen ander. Jongens, school en vriendinnen. Zij weet het allemaal en dat deelt ze maar al te graag met je. 

5. Je moest altijd achterin in de auto zitten
Shotgun! Ha, echt niet. Als kleine opdonder moest je altijd achterin zitten. Die prinses moest en zou voorin zitten en helaas kreeg ze dat ook voor elkaar. Gelukkig is deze vreselijke fase uit je leven nu voorbij. 

6. Ruzie om niks
Bijna elke dag is het weer raak: een akkefietje om niks. Gelukkig is deze narigheid altijd snel vergeven en vergeten. 

7. Samen je ouders uitlachen
Je ouders zijn schatten van mensen, maar soms moet je ze gewoon even voor de gek houden. Gelukkig weet je zus precies wat je bedoelt en hebben jullie samen de grootste lol. Ach, die ouders van je moeten maar tegen een stootje kunnen, toch?

8. Je ouders waren voor jou een stuk minder streng
Nu we het toch over ouders hebben. Jij hebt het wel getroffen bij ze. Jouw grote zus mocht bijna niks en jij zo ongeveer alles. Laat opblijven, uitgaan, alleen op vakantie en ga zo maar door. Het heeft toch wel voordelen om jonger te zijn. Ben je de jongste thuis? Dan moet je echt even dit artikel lezen. 

9. Mensen zijn verbaasd dat dat jouw zus is (of juist niet)
“Huh? Is dat jouw zus? Kan niet!” Dat hoor je regelmatig als mensen erachter komen wie je zus is. Als jullie juist wel overeenkomsten hebben, hoor je dat ook vaak genoeg. “Ja, dat zie je meteen! Twee druppels water.”

10. Ze komt voor je op
Ondanks dat je zus zich regelmatig beter voelt, heeft ze ook haar momentjes dat ze het voor je opneemt. Tijdens discussies met je ouders of op het schoolplein. Als het echt nodig is, laat je zus haar stem horen. En zo hoort het. 

11. Jullie hebben dezelfde vijanden
Jullie kennen dezelfde mensen en gek genoeg hebben jullie dezelfde mening over hen. Heerlijk is dat om te roddelen over die vreselijk irritante meiden uit klas 4B. 

12. Je vindt jouw spullen in haar kamer
Als je iets kwijt bent, storm je automatisch naar de kamer van je zus. Ja hoor, daar ligt die riem die je al weken kwijt bent en je nieuwe topje. Het zal ook weer eens niet. Daarom snuf jij ook regelmatig rond in haar kamer om te kijken of er nog iets ligt wat je toevallig kunt gebruiken. Tja, dan kun je het ook terug verwachten. 

Ondanks dat het niet altijd rozengeur en maneschijn is met die zus van jou, moet je toch blij zijn dat je er eentje hebt. Lees in dit artikel waarom jouw zus de allerbeste is. 

Beeld: iStock