Lifestyle

Verhaal: Ontvoerd!

De motor knettert keihard en ik heb het benauwd. De touwen die om mijn handen zijn gebonden snijden in mijn huid en daarom probeer ik zo min mogelijk te bewegen, wat moeilijk gaat met al dat geschuif. Het is erg donker in de laadruimte van de vrachtwagen en daarom probeer ik ook in een hoekje te kruipen, zodat er geen dozen op mij kunnen vallen. In het hoekje is het nog benauwder, maar ik zit tenminste veiliger dan tevoren.

De lucht is om te stikken en ik heb ook het gevoel dat er steeds minder lucht is. Tijd om verder na te denken heb ik niet, opeens is het stil. Daarna hoor ik een portier opengaan en dan weer dichtklappen. Angstig kruip ik nog verder achteruit, wat niet kan omdat ik al immers in een hoek zit. Er klinkt wat gerommel aan de laadklep en dan gaat die langzaam naar beneden. Het licht dat naar binnen valt is verblindend en ik knipper daarom ook een paar keer voordat ik echt alles op me inneem. Veel tijd heb ik niet, de man loopt naar mij toe en haalt iets van achter zijn rug. Daarna voel ik nog een klap en wordt alles zwart voor mijn ogen.

Niet wetend hoeveel later word ik wakker op een vies, nat matras dat stinkt en bedekt is met schimmel. Mijn haar, dat helemaal aan mijn lichaam vastplakt, probeer ik naar achteren te strijken. Dan kijk ik eens goed rond en al snel kom ik tot de conclusie dat ik een kelder zit. De muren zijn grijs geschilderd en het peertje dat aan het plafond hangt straalt maar een zwak licht uit. Verder is er maar één deur, waar zeker de trap naar boven achter zit. Naast mijn matras ligt er een stuk oud, droog brood en een kom met water. Met een hevig gevoel van opkomende overgeefsel, laat ik het maar staan. Dan begin ik keihard te schreeuwen en te bonken op de deur, hopend dat ze mij niet vergeten zijn. Na dat ongeveer een half uur te hebben gedaan, zak ik naar beneden en ga ik tegen de deur aanzitten.

Opeens valt mijn oog op een spiegel, die een hoek staat van de kamer, die er eerst nog niet stond. De spiegel is oud en er hangen overal spinnenwebben, maar toch komt er een soort vreemde schittering, een soort gloed, vanaf. Langzaam, stapje voor stapje, loop ik naar de spiegel, maar voordat ik er ben scheurt de deur open. Snel draai ik mij om, om dan tot de ontdekking te komen dat er een 11-jarig jongetje in de deuropening staat, met een bange uitdrukking: ‘’De meester verwacht u in de grote kamer, wil u mij volgen?’’ vraagt hij met een trillende stem. Ik neem het jongetje eens goed in mij op en kom tot de schokkende ontdekking dat zijn ribben helemaal uitsteken. Het jongetje is zo mager, dat ik verbaast ben dat het nog niet overleden is van de honger. Met medelijden kijk ik naar de jongen en knik. De iele kelder achter me latend, volg ik de jongen naar boven.

Als ik boven in de gang ben aangekomen, krijg ik daar de schrik van mijn leven……

Langzaam, verlamd, krijg ik het toch voor elkaar om te schreeuwen, deze keer van doodsangst. Ik kijk met doodsangst naar de duistere gedaante die voorovergebogen staat over iemand anders heen. Het mes valt uit zijn hand en de gedaante vloekt met woorden die ik nog nooit heb gehoord. Ik werp nog een blik op het duistere gedaante, het bloederige figuur achter de gedaante en dan sprint ik weg. Een ding weet ik maar op dat moment en dat is dat ik zo snel mogelijk hier vandaan weg moet komen, voordat ik net als de voorganger eindig. De gang heeft tientallen kroonluchters en lijkt maar niet op te houden. Elke keer passeer ik weer houten deuren en dezelfde schilderijen en ik kom maar niet vooruit. Er komt een soort gevoel in mij op dat hier iets niet aan klopt, maar dat bedenk ik allemaal tijdens dat ik aan het rennen ben. Ook heb ik geen tijd om verder op details te letten, doodsangst jaagt me voort.

Na steeds maar verder in de gang te rennen, sta ik stil, trillend op mijn benen. Angst is nog maar het enige wat overal in mijn lichaam omgaat. De gang zonder Einde, zoals ik hem heb gedoopt, helpt er ook niet bij. Magie bestaat niet, dat weet ik zeker, maar toch…

Opeens staat de duistere gedaante weer voor me, met hetzelfde mes. Ik gil het uit en probeer mezelf los te wrikken, maar hij houd me vast in een ijzeren greep die onwrikbaar is. Alles probeer ik maar wat in mij opkomt om los te komen, maar niks werkt. Tot op een gegeven moment ik het wel op moet geven, als ik een mes in mijn nek voel. Gelijk sta ik verlamd stil, proberend om niet te bewegen. Ik voel hem in mijn nek ademen.

Door Vickey

Nog meer verhalen lezen? Hier vind je nog meer verhalen die getalenteerde Girlscene-lezeressen hebben geschreven. 

Beeld: thinkstockphotos