Lifestyle

Kort verhaal: Mijn nieuwe thuis

Ik kwam hier terecht en wist meteen dat ik hier niet wilde blijven. Ja, ze doen hun best. Daar twijfel ik niet aan. Maar het schiet tekort bij wat ik gewend was. Ik vond het vroeger prettiger, gezelliger en ik had alle aandacht voor mijzelf. Nu deel ik deze kamer met nog tien anderen. Nou, leuk is anders.


Bron

Ik weet nog dat ik niet hoefde te snauwen om mijn eten te behouden. Als iedereen naar zijn dagbesteding ging, naar hun werk of school. Maakte mij dat niets uit. Ik vond het heerlijk die rust. Mijn dagelijkse routine begon dan. Eerst nog even flink uitslapen en dan een beetje eten. Af en toe naar buiten staren en dan zo de deur door voor een wandelingetje in de tuin. Echt ver weg ging ik nooit, daar was ik veel te oud voor. Ik zei alleen even de buren gedag. Dan ging ik weer mijn tuin in en nestelde ik mij op mijn vaste plekje, heerlijk op de tafel. Ontspannen lag ik daar te zonnen. Ik werd soms wakker van herrie. Een stelletje herrieschoppers had zich in mijn tuin begeven. Ze waren aan het vechten om een stukje brood. Armoedzaaiers. Dan ging ik heel hard schreeuwen en krijsen totdat ze weg vlogen.

Daarna was het al weer tijd om nog eens wat te eten. Zo rond de middag werd het druk in huis. Dan vroegen ze om aandacht en dat gaf ik ze dan ook. Ik moest ze tenslotte belonen voor het feit dat ik heerlijk rust had gehad die dag. Ja, mijn leven was echt perfect. Tot op een dag, ze kwamen thuis en vroegen niet meer om mijn aandacht. Iedereen was druk bezig. Ze keken naar dat flikkerdingetje of waren met dat muis uitziende ding aan het bewegen op nog zo’n bewegend kastje. Ik riep nog om aandacht te krijgen maar ze schreeuwden: "Nu even niet, weg wezen jij!"

Op een avond stopten ze mij in doos en ik begon hard te krijsen. Ik voelde dat ik bewoog en ik was bang. Dit gebeurde wel eens meer. Ik kreeg dan altijd die vervelende vent in zijn witte gewaad te zien. Ik voelde uiteindelijk een harde bons. "Ja, we zijn haar gewoon zat," zei een bekende stem. Opeens was het weer licht. Een vriendelijk uitziende vrouw keek mij aan. Ze stak een hand naar mij uit, die ze meteen geschrokken terug trok. Want ik had hard geschreeuwd en mijn tanden laten zien. Ze pakte mij in mijn nekvel. Ik wilde weg rennen, maar mijn poten vonden geen grip op het gladde oppervlak waar ik mij op bevond. "Stil maar," zei de vrouw die mij had opgetild. "Hier is het fijn." Ze raakte mij aan en ik voelde mij veilig. Ik dommelde in slaap en werd mee genomen. Ik schommelde heen en weer totdat ik voelde hoe mijn hoofd door iets zacht ondersteund werd.

Ik werd wakker van geroep en ik voelde dat ik bekeken werd. Ik richtte mij op en keek in de grote ogen van twintig andere soortgenoten. "Wat doe jij hier?" blies er een. "Wie ben jij?" krijste de ander. En vanaf toen.. vanaf toen was mijn rust voorbij.

Ik zucht en begin mezelf te wassen. Ik kijk op als ik zie dat de deur van de kamer open gaat. Dit doet het vaker. Dan krijgen we eten of we worden bekeken door onbekenden. Meestal gaat er dan een kamergenoot weg. Weer een stukje rustiger, maar er komen altijd meer soortgenoten bij. Dus echt helpen doet het niet.
"Nou, dit is wat we hebben," zei de vrouw die mij elke dag eten geeft. "Dit zijn de wat jongeren en die daar zijn allemaal mannetjes." Naast de vrouw staat een andere vrouw. Ze was wat ouder dan de vrouwen die ik kende. "Mijn man is gestorven," zegt de vrouw zachtjes. "Ik zoek iemand die mij gezelschap wil houden. Ik ben zo eenzaam." De vrouw begint zachtjes te huilen. Iedereen loopt snel weg, maar bij mij is mijn nieuwsgierigheid gewekt. Ik loop op haar af, vastberaden. "Stil maar," zeg ik. Het komt wel goed. De vrouw stop met huilen en kijkt op. Ze ziet hoe ik mijn kop tegen haar been duw. "Hallo daar,” zegt ze zacht en ze begint mij te aaien. “Wie hebben we hier?" Ze pakt mij vast en tilt mij zachtjes op. We leren elkaar een beetje kennen. Ik vind haar erg vriendelijk. Opeens loopt ze weg. Ik weet niet waar ze gebleven is.
Gelukkig zie ik haar weer snel, ze heeft een mandje bij zich. "Kom maar" roept ze uitnodigend en ze tilt mij op. Ik word in het mandje gelegd en meegenomen. Na een tijdje word ik uit het mandje getild. "Dit is nu jouw plekje," zegt het oude vrouwtje. “Hier gaan we samen nog ouder worden.” Ik kijk nieuwsgierig rond. Dan zie ik het… een tafel. Een heerlijke plek in de zon. Ik spring erop en ga liggen. Al spinnend val ik in slaap. Hier wil ik wel oud worden. “Miauw.”

Bron

Geschreven door lezeres Maaike