Speciaal voor Girlscene schreef chicklitschrijfster Lisette Jonkman het zesdelige verhaal Dagboek van een kampeerkneus. Lees hier deel 5!
Als Alabama me bij de tent komt zoeken, heb ik al bijna al mijn spullen ingepakt.
‘Bo! Jezus, we waren je hartstikke kwijt. Waar…’
Dan merkt ze mijn volle rugzak en dubbelgevouwen slaapzak op. ‘Wat doe je?’
‘Ik ga weg,’ mompel ik.
‘Eh, nee hoor. Je blijft mooi hier.’
Ik kijk verbaasd op. Ze staat strijdlustig met haar handen in haar zij.
‘Oh?’
Alabama zucht dramatisch. ‘Zag je niet hoe Benjamin naar je keek tijdens Ok Go? Je hebt hem in je zak, Bo! Muziek schept een band, en als je allebei van dezelfde muziek houdt, dan…’ Ze bloost een beetje en schraapt haar keel. ‘Ik bedoel, je kunt nu nog niet naar huis gaan. Dat zou misdadig zijn.’
‘Nee, hier blijven is misdadig.’ Ik probeer mijn slaapzak in de hoes te proppen. Is de slaapzak gegroeid of is de hoes gekrompen?
‘Hoezo? Je moet blijven,’ roept Alabama uit.
Ik laat het slaapzakproppen voor wat het is en ga rechtop zitten. Met tegenzin zeg ik: ‘Net bij de wc hoorde ik de vriendinnen van Alette praten.’
Alabama trekt geïnteresseerd haar wenkbrauwen op.
‘Ze vonden het maar niks dat Alette de hele tijd om Benjamin heen hangt.’
‘Nee, vind je het gek,’ snuift Alabama.
‘En ze zeiden dat ze alleen maar naar Romrock is gekomen zodat ze met hem aan kan pappen,’ voeg ik eraan toe. Voor ik me kan bedenken spring ik in het diepe. ‘En ik ook, dus daarom moet ik naar huis.’
‘Wat?’
‘Het is niet eerlijk als ik langer blijf. Iemand had een moord kunnen doen voor mijn ticket, maar ik ben niet eens fan van de muziek hier, dus-’
‘Maar het is toch leuk?’ onderbreekt Alabama me. Ik knipper verbaasd met mijn ogen.
Is het leuk?
Ja, eigenlijk wel.
‘Is dat genoeg?’ vraag ik.
Alabama grijnst. ‘Er zijn altijd mensen op zo’n festival die vinden dat andere mensen hun kaartje niet verdienen. Dat je alleen mag komen als je al zes jaar fan bent en acht albums en drie T-shirts van een band hebt.’ Ze haalt haar schouders op. ‘Je kunt niet met iedereen rekening houden, hoor.’
‘Ja-haa, zo kun je het ook zien,’ toetert Thomas vrolijk, die van achter een tent opduikt. Alabama’s gezicht wordt een beetje roze, valt me op.
‘Dus jullie wisten dat ik niet van de muziek houd?’ vraag ik verbaasd.
Alabama en Thomas knikken braaf.
Ik frons. ‘En toch mocht ik mee?’
‘Tuurlijk! Je concentreert je veel te veel op het muziekgedeelte,’ zegt Thomas schouderophalend. ‘Het gaat erom dat we jou er graag bij hebben omdat je een gezellig wijf bent.’
Ik moet tegen wil en dank een beetje lachen. ‘Goh, bedankt.’
Thomas rolt met zijn ogen en geeft me een stomp. ‘Het was een compliment.’ Dan kijkt hij naar een punt achter mij en zegt verbaasd: ‘Hé Alette.’
Ik draai me als de sodemieter om, half in de verwachting dat Thomas me uit begint te lachen en roept: ‘Gefopt!,’ maar ze staat er echt.
En ze ziet er minder zelfverzekerd uit dan anders. Ze neemt me ietwat achterdochtig op met haar bruine reeënogen. ‘Waar is Benji?’
Ik kijk Thomas vragend aan, maar die haalt zijn schouders op. ‘Geen idee.’
Alettes blik richt zich weer op mij. ‘Hij zei dat ‘ie jou ging zoeken.’
‘Oh?’ Mijn hart maakt een belachelijk, hoopvol sprongetje.
‘Alet?’ vraagt Alabama met een suikerzoet stemmetje. ‘Wat is eigenlijk jouw favoriete band op Romrock?’
Alette kijkt een beetje verward en stamelt dan: ‘Eh, ik ben dol op… rock.’
‘Maar je hebt toch wel een favo band?’ dringt Alabama aan. Ik zie een bloeddorstige glinstering in haar ogen en moet stiekem een beetje giechelen.
‘Ja, tuurlijk heb ik een favoriet,’ bitst Alette en ze rolt met haar ogen. ‘Wat kan jou dat eigenlijk schelen?’
Ineens is er niets meer over van het charmante meisje dat strooit met glimlachjes en complimentjes. Met haar ogen tot valse spleetjes samengeknepen kijkt ze Alabama aan. Die staart onverschrokken terug, haar linkermondhoek geamuseerd opgetrokken.
‘Pas op, kleintje,’ bijt Alette haar toe.
Voordat Alabama iets kan zeggen, mengt Thomas zich erin. Hij slaat een arm om Alabama’s schouders en vraagt rustig: ‘Weet je zeker dat je wilt gaan dreigen?’
Alette wordt een beetje wit rond haar neus. Thomas mag dan slungelig ogen, maar als hij wil kan hij behoorlijk intimiderend zijn.
‘Dus daar zijn jullie!’ doorsnijdt plotseling Benjamins luchtige stem het spanningsveld. ‘Als we nou niet teruggaan, missen we de hoofdact van vandaag.’
Alette en ik draaien ons tegelijk om.
‘Waar was jij?’ vragen we in koor.
Daarna kijken we elkaar geschrokken aan. Alette wendt als eerst minachtend haar blik af.
‘Ik kwam wat vrienden tegen,’ antwoordt Benjamin een beetje verbaasd. ‘Zochten jullie me?’
‘Ja,’ zegt Alette.
‘Nee,’ zeg ik.
‘Oh,’ zegt Benjamin, die er duidelijk niets meer van snapt. Hij wisselt een verwarde blik met Thomas.
Die negeert Alettes boze blik en vraagt: ‘Wat is de hoofdact?’
Benjamins ogen beginnen te twinkelen en hij tikt op zijn programmaboekje. ‘Muse.’
Thomas’ mond valt open. Hij klapt hem snel dicht, maar zijn onderkaak zakt vanzelf weer naar onderen. ‘Dat meen je niet! Dat stond helemaal niet in mijn boekje,’ roept hij uit.
‘Ze hebben vandaag pas bevestigd.’ Benjamin grijnst breed.
Alette kijkt mij aan. ‘Wat is Muse?’
Alabama zucht luid en schopt mijn half opgevouwen slaapzak terug de tent in. Dan loopt ze achter Thomas en Benjamin aan. In het voorbijgaan geeft ze Alette een harde zet met haar schouder.
Ik snel haar haastig achterna.
‘Maar serieus,’ fluister ik zo zacht mogelijk. ‘Wat is Muse?’
Volgende week het zesde en laatste deel van Dagboek van een kampeerkneus!