Hoe ouder je wordt, hoe meer je te maken krijgt met kritiek. Misschien kun jij wel wat verbeteren, of misschien zie jij wel een verbeterpunt bij de ander. Maar kritiek geven kan hartstikke moeilijk zijn. Je wil de ander niet kwetsen, maar je moet het toch zeggen. Hoe geef je opbouwende kritiek?
Situatie: je moet nauw samenwerken met je projectgenootje, maar ze is deze week al twee keer te laat gekomen. Jij hebt het gevoel dat zij helemaal geen inzet toont en dat jij voor alles opdraait. Hier moet je natuurlijk wat van zeggen. Maar je wilt haar gevoelens niet kwetsen en je wilt ook geen ruzie. Hoe zeg jij hier op een goede manier wat van?
Kies een goed moment
Het is niet zo slim om opbouwende kritiek te geven als jullie over vijf minuten in de les moeten zijn. Kies een moment uit waarop jullie allebei voldoende tijd hebben om dit te bespreken.
Geef nooit publiekelijk kritiek
Stel je voor dat iemand jou kritiek geeft in het bijzijn van andere mensen. Je kunt je dan gekleineerd en gekwetst voelen. Dit wil je natuurlijk niet bij de ander bereiken. Neem daarom de persoon in kwestie even apart.
Let op je toon
Breng de boodschap op een rustige en vriendelijke toon. Let op dat je je stem niet verheft. Blijf kalm. Opbouwende kritiek geven is niet hetzelfde als je frustratie uiten.
Verzacht de kritiek niet
Dat je het op een vriendelijke manier vertelt, wil niet zeggen dat je de kritiek ook moet verzachten. Zeg waar het op staat, maar kies de juiste woorden.
Geef geen vage kritiek
Wees duidelijk in je boodschap. Eromheen draaien heeft geen zin en het kan voor veel verwarring zorgen. Bedenk vooraf wat je wil zeggen en hoe je de boodschap gaat overbrengen.
Wacht niet te lang
We know, kritiek geven is lastig. Daarom stellen we het altijd liever uit. Maar dit zorgt er juist voor dat de irritaties zich opstapelen en bij jou uiteindelijk de bom zal barsten. Dit zal alles veel erger maken. Zorg er daarom voor dat je op tijd je opbouwende kritiek geeft. Hoe langer je wacht, hoe enger het wordt en hoe meer de situatie zal escaleren.
Praat in de ik-vorm
Opbouwende kritiek geef je altijd in de ik-vorm. ''Ik vind'' of ''ik heb het gevoel dat…''. Op deze manier zal de ander zich minder snel aangevallen voelen. Spreek ook in 'het hier en nu'. Dingen van drie maanden geleden zijn nu niet meer relevant.
Benoem de drie G's
Deze G's staan voor: Gebeurtenis, Gevoel/Gedachten en Gevolg. Begin zo: ''Ik zie dat je de afgelopen week twee keer te laat ben gekomen.'' Daarna beschrijf je jouw gevoel of gedachten: ''Ik vind dat erg vervelend''. Dan vertel je het gevolg: ''Ik vraag me af of je het project wel serieus neemt?''
Geef de kans om te reageren
Geef de persoon in kwestie de kans om zich te kunnen verdedigen en om te reageren. Misschien is er wel een onderliggende reden waarom je projectgenootje altijd te laat is. Stel vragen, zo wordt de situatie duidelijker en zal degene gerichter nadenken.
Wijs niet meteen met de vinger
Trek niet meteen conclusies. Vaak zijn dingen niet zoals het lijkt. Ook kunnen snelle conclusies lijden tot discussies en dat wil je niet hebben.
Doseer je kritiek
Vermijd woorden als 'altijd' en 'nooit'.
Kritiek geven is lastig, maar soms essentieel. Het is ook niks om met opgekropte frustraties en irritaties rond te lopen. Het kan heel erg opluchten en de situatie verbeteren. Niet goed zijn in kritiek geven bestaat niet, want kritiek geven kun je leren. Hoe vaker je het doet, hoe makkelijker en minder eng het wordt. Oefening baart kunst dus!
Heb jij nog tips om opbouwende kritiek te geven?
Bron: assistantplus, goc, persoonlijkegroei, weheartit
Door: Emma
Deze tip is ingestuurd door Samira, super bedankt voor het meedenken!