Lifestyle

15 tekenen die erop wijzen dat jij verslaafd bent aan de telefoon

De mobiele telefoon is in het tijdperk waarin wij leven niet meer uit het straatbeeld weg te denken. Iedereen zit in de trein, tram en op school gebogen over zijn of haar scherm. Lekker elkaar taggen terwijl jullie naast elkaar zitten en appen met anderen als je met vrienden bent. Oké, dit is natuurlijk een beetje overdreven, maar er zijn mensen die echt super verslaafd zijn. De volgende tekenen wijzen erop dat jouw smartphone aan je hand in vastgegroeid. 

1. Het eerste wat je doet als je opstaat is het checken van je telefoon en delen dat je wakker bent. Hetzelfde geldt voor slapen, pas als je half met je ogen dicht ligt in je bed ligt wens je iedereen welterusten op WhatsApp.

2. Je moet echt om de seconde even checken of er nog berichten binnenkomen.

3. Jij reageert altijd razendsnel en je hebt een bloedhekel aan mensen die dat niet doen.

4. Urenlang bellen met je vriendinnen? Dat doe jij soms zelfs liever dan afspreken.

5. Je bent banger dan je telefoon wordt gestolen dan je portemonnee. Daar zit toch alleen maar geld en passen in. Hállo, je telefoon bevat gesprekken, screenshots en foto’s!

6. Als je telefoon uitvalt raak je helemaal in de stress; hoe moet je dan mensen bellen en appen?!

7. Jij vertrouwt alleen maar op je telefoon. Hij is duidelijk, snel en begrijpt je. Wat heb je nog meer nodig?

8. Jij neemt je telefoon ook mee naar de wc. Als jij er vervolgens een half uur later af komt heb je eigenlijk gewoon een spelletje zitten spelen.

9. Als je naar een restaurant gaat of ergens wat drinkt zoek je meteen een tafel uit waar een stopcontact bij zit. Want wat als je telefoon uitvalt?

10. Jij hebt altijd je oplader of powerbank bij je. Zonder kan je niet leven.

11. Een gebroken scherm doet meer pijn dan een gebroken hart. Jouw levensmotto draait om je telefoon.

12. Je onthoudt zelf niks, gelukkig weet je telefoon wel wanneer iedereen jarig is en stuurt hij je een reminder als je naar de tandarts moet. Wat ideaal is dat toch hè, zo’n telefoon.

13. Jij gebruikt altijd de kaarten app op je telefoon. Jij kan niet kaartlezen, maar dat is niet nodig want je hebt altijd je telefoon bij de hand.

14. Jij hebt nooit awkawrd momenten bij de tandarts of in de trein omdat je beste vriend er altijd voor je is.

15. Je hebt je oprecht weleens afgevraagd waarom mensen een vriendje hebben als je ook een telefoon kan hebben.